Google

Kopafbeelding

Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag

Periodeaanbod Pinksteren

A leefomgeving:

Periode aanbod: Pinksteren en jonge dieren

Onderdeel Leefomgeving

 

 

 

Leergebied

De kleuters De kleuterjuf Verwijzing

LEEFOMGEVING-
AARDRIJKS-KUNDE

De oudste en derdejaars kleuters doen ervaring op met de begrippen links en rechts.

De kleuterjuf benoemd de hand waarmee het kind werkt. De andere hand is “het hulpje”.

47
Ruimte

K-LA3
Oriëntatie op de omgeving

LEEFOMGEVING-
NATUUR

 

 

 

 

 

De jongste kleuters beleven en ervaren hoe het  proces van kikkerdril tot kikker plaatsvindt.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de verschillende lichaamsdelen van de kikkervisjes en kikkers benoemen. Ze weten wat er nodig is om hen in leven te houden en weten dat kikkers in de sloot thuishoren.

De kleuterjuf maakt voor de kinderen zichtbaar hoe kikkerdril zich ontwikkelt tot kikkervisjes en tenslotte tot kikkers. Dit doet zij door in de klas een grote glazen pot met kikkerdril neer te zetten. Samen met de kinderen wordt dagelijks gekeken wat er veranderd is. Ook wordt er nagedacht over en gezorgd voor het voedsel dat nodig is in de verschillende stadia.

40
41
Natuur

K-LN 1
Oriëntatie op de omgeving vanuit verantwoorde zorg

K-LN5
Planten en dieren in hun biotoop

 

K-LN8
Levensfuncties van planten en dieren

 

De jongste kleuters doen ervaring op met het kijken en herkennen van de dieren die te zien zijn op de kinderboerderij.

De oudste en derdejaars kleuters kunnen de verschillende namen van dieren herkennen en benoemen. 
Ook kunnen zij de namen van de jonge dieren benoemen.
Dieren en hun jong:

  • Paard en  veulen
  • Koe en kalf
  • Varken en big
  • Schaap en lam
  • Eend en kuiken
  • Bok/Giet en jonge  bokjes/ geitjes

De kleuterjuf gaat samen met ouders kinderen naar de kinderboerderij om te kijken naar de dieren en hun jongen. Zo biedt de kleuterjuf de kinderen de mogelijkheid om goed waar te nemen hoe de dieren hun jongen eruitzien en hoe zij zich gedragen.
De kleuterjuf nodigt de kinderen uit om te vertellen wat ze gezien hebben en spreekt  samen met de kinderen over het “hoe en waarom” van de hetgeen is waargenomen.

Dierengedrag:

  • Drinken bij het moederdier
  • Eten van bijv. gras
  • Rollen door modder (varken)

40
41
Natuur

K-LN 1
Oriëntatie op de omgeving vanuit verantwoorde zorg

K-LN5
Planten en dieren in hun biotoop

K-LN8
Levensfuncties van planten en dieren

Vervolg:
LEEFOMGEVING-
NATUUR

De jongste kleuters kijken en ervaren hoe bloemenzaad groeit tot bloem of plant.

De oudste en derdejaars kleuters weten hoe de zaadjes verzorgd moeten worden. Zij kunnen de verschillende onderdelen van planten en bloemen benoemen.

De kinderen doen ervaring op met het feit dat zaden alleen in de lente en aan het begin van de zomer gezaaid worden.

De kleuterjuf zaait samen met de kinderen in de klas bonen en bloemenzaad. Zij wil hiermee bereiken dat de kinderen van dichtbij het proces van zaadje tot bloem of plant kunnen beleven.

Liedje:

  • Groei groei zaadje klein uit de donkere gronden

40
41
Natuur

K-LN5
K-LN6
K-LN7
Planten en dieren in hun biotoop

 

 

LEEFOMGEVING
TECHNIEK

De kinderen doen ontdekkingen met betrekking tot het weer.

Bijvoorbeeld

  • Als het warmer wordt verschijnen er steeds meer blaadjes aan de bomen
  • In de lente broeden de eenden aan de kant van de sloot.
  • We horen de vogeltjes zingen
  • Allerlei bloemen gaan weer bloeien.
  • Als het geregend heeft ontstaan er plassen, maar het water trekt weer vanzelf in de grond
  • Duiven fladderen in en rond de bomen om de school.

De kleuterjuf laat de kinderen dagelijks de buiten spelen, waardoor de kinderen de verschillende weertypen en de gevolgen ervan kunnen ervaren.

 

 

 

42
43
46
Natuur en techniek

K-LT2
Weer en weersveranderingen